dinsdag 25 augustus 2009

Een ongekende PK-collaps

“We gaan voor de zeven uit zeven”, sprak ik overmoedig tegen Arno van Houten, toen we ’s-avonds laat na afloop van de tweede ronde van het PK van het RET-terrein afreden.
Enkele dagen later, toen de loop van het toernooi zich tegen mij gekeerd had, heb ik nog wel een aantal keer met gemengde gevoelens aan die misplaatste grootspraak teruggedacht. Het noodlot dient in het vervolg niet meer getart te worden, want met de twee uit twee waarop ik op dat moment stond bleek voor mij de koek vrijwel op te zijn. Daarover later meer.
Toen er nog niets te klagen viel: De eerste twee ronden waren inderdaad prettig verlopen met twee degelijke winstpartijen. In de eerste ronde met zwart tegen Herman Keetbaas die voor de vuistweg een vleugelgambietje op het bord kwakte, geïnspireerd door een veegpartij van zijn clubgenoot Cor van Dongen in het open toernooi van Vlissingen. “Die kerel is zo ongelooflijk goed”sprak Herman bewonderend. Nu wilde hij wel eens wilde kijken of hij het er net zo vlot als Cor vanaf zou brengen in deze incourante opening. Dat was niet helemaal het geval: ik pakte de gambietpion en kwam goed uit de opening. In opkomende tijdnood ontstond er een complexe stelling waarbij Herman met geslonken bedenktijd de fout inging door mij een stuk cadeau te doen. De stelling zag er toen overigens slechter uit voor wit dan hij was.
In de tweede ronde zat ik tegenover Carel Vredenborg van Halleluja Europoort (omdat hun blog voorziet in een werkelijk ononderbroken stroom aan positief clubnieuws. Halleluja!). Zoals Carel in een van zijn bijzonder vaardig en met humor geschreven stukjes over dit PK meldde was het de tweede keer dat we tegen elkaar speelden. De eerste keer was zo’n 25 jaar geleden voor het PJK, toen ik in een vooruitgespeelde partij het presteerde om drie kwartier te laat te arriveren op zijn club SO’81 en ook nog een keer te winnen. Dit, staat me nog wel bij, tot grote ergernis van Carel.
Voor deze partij had ik enige openingstheorie geraadpleegd en, jawel, Carel speelde exact de variant die ik op het bord wilde hebben. Het zag er allemaal vrij dreigend uit, waarbij zwart precies moet weten hoe hij de angel uit wit’s initiatief moet trekken, omdat een enkele mindere correcte zet al kan leiden tot een moeilijke, passieve stelling. Carel speelde het niet op zijn scherpst, kreeg het zeer lastig en ik kon het punt later laten bijschrijven. Zonder tegenkansen toe te staan had ik geleidelijk mijn voordeel uitgebouwd en naar winst gevoerd. Kortom een partij om trots op te zijn en dat was ik ook. Oordeel zelf:

Wit: Rick Ensering
Zwart: Carel Vredenborg


Stelling na 21...hxg6

22.Pxd6 (Goed genoeg, maar nog beter is zoals door Carel direct na de partij aangegeven: 22.Lg5 Pxe4 23.Lxe7 Dxe7 24.Tae1+- want er zitten geen grapjes meer in met Pf2 waarvoor ik bang was) 22...Dxd6 23.Lg5 f6 24.Lf4 Le5 25.Lxe5 Txe5 26.Dxf6 Dxf6 27.Txf6 Kg7 28.Taf1 Tf5 29.T1xf5 gxf5 30.Td6! (dit vervelende zetje legt het zwarte spel definitief lam) Kf7 31.Td8 Ke7 32.Th8 Kd6 33.h4 Kc7 34.h5 b5 35.axb6+ Kb7 36.h6 Pd7 37.Txa8 1-0

Tot mijn verbazing las ik kort hierna op RSB-site (let wel: we hebben het over de officiële site van RSB) een ongepast en eigenlijk gewoon krankzinnig rondeverslag van de dienstdoende reporter. Naast de vele andere gedebiteerde ongein waarover ik het maar niet zal hebben, maakt hij over mijn partij met Vredenborg onder andere melding dat de spelers “een Ben-Oni mishandelden in slow-motion” en wat verder op heeft hij het over een notatiebiljet als “schaaksportondermijnend document”. Ongetwijfeld leuk bedoeld, maar onwillekeurig vraag je je toch af wat deze man allemaal gesnoven moet hebben om tot publicatie over te gaan van dit soort ongeëvenaarde wartaal. Ik heb sterk de indruk dat hij bijzonder weinig van het schaakspel begrijpt, mogelijk dat hij daarom in plaats van zelf mee te spelen altijd aan de zijlijn staat, met zijn hoogopgetrokken broek en zijn pennetje en zijn notitieblokje.

Ongetwijfeld aangemoedigd door het tropische zomerweer begon John Leer al voor het begin van de derde ronde met psychologische oorlogsvoering: intimiderend betrad hij de speelzaal in korte broek waaruit een tweetal knoestige, oogverblindend witte benen staken. Ik was even van slag maar wist mij gelukkig tijdig te herpakken. John schoof de stelling a la Bas van der Ent (een oud-Rokado lid dat dol was op gesloten stellingen) compleet vast, in de hoop zelf op de damevleugel toe te kunnen slaan. Ik werd wat ongeduldig van dit langzame geschuif en vond dat het tijd werd voor actie:

Wit: John Leer
Zwart: Rick Ensering


Stelling na 17. a4...

17...f4!? 18.gxf4 Pf5 19.0-0-0 b6 20.Kc2 bxc5 21.bxc5 Tb8 Objectief staat wit beter. John had voor het restant van de partij nog maar een paar minuten over. Ik besloot het op de speculatieve toer te gooien, hoewel het bekend is dat John juist in deze fase doorgaans zijn beste schaak laat zien. 22.Da3 Dh4 23.Th2 Pxd4+!? (goed voor practische kansen) 24.exd4 Dxf4 25.Thh1 Dxf2 26.Thf1 Dxd4 27.Pdxe4 De5 28.Txf8+ Txf8 29.Pd6 d4 (een fout. Ik dacht een stuk te winnen, maar het antwoord is simpel) 30.Pce4 Ld5 31.Ld3 Tf3 32.Db4 Dh2+ 33.Td2 Dxh3 34.Dxd4 De6 35.Te2 Lxe4 36.Pxe4 Da2+

Tijdnood voorbij. John heeft zijn stelling onder druk van de tijd zelfs weten te consolideren. Kat in het bakkie zou je zeggen, maar juist nu schiet hij, met relatief nog veel (teveel?) bedenktijd een onkarakteristieke bok:

Stelling na 36...Da2+...

Wit moet nu Kd1 spelen met duidelijk voordeel. In plaats daarvan deed hij 37.Kc3?? waarop volgde: Dxe2 38.Dxd7 Dxe4 39.Dd8+ Kh7 0-1

Door een – ogenschijnlijk - gunstige loting kreeg ik in de vierde ronde met wit de veertienjarige Bernhard van der Knijff van Messemaker uit Gouda tegenover mij. Door zijn eerdere overwinningen op Paul Tromp en Johan van der Griend en zijn remise met zwart tegen Spaan wist ik dat zijn huidige rating van 1850 geen getrouwe afspiegeling van zijn werkelijke sterkte was. Ik was dus gewaarschuwd. De opening had ik voorbereid, maar nog niet eerder gespeeld. Mijn onwennigheid daarmee bracht me ertoe een pionoffer te brengen dat in feite totaal nergens op sloeg. Door wederzijdse fouten kreeg ik toch nog mijn kansen:

Wit: Rick Ensering
Zwart: Bernhard van der Knijff


Stelling na 25...Td3

In deze stelling was het pakken op a7 de beste optie om zelf een vrije a-pion te creëren. Er komt dan een gecompliceerde stelling op het bord met minimaal gelijke kansen voor wit. Wat mij weerhield was de angst voor trucjes met Tb3 gevolgd door Txb2 en Pf3. Maar die trucjes waren niet aan de orde! Ik speelde derhalve het slechte Le4 gevolgd door Pc3. De jonge Gouwenaar maakt het daarna efficiënt af:

26.Le4 Tb3 27.Pc3 Dc4 28.Dc2 Pg4! (Heel juist. De dreigingen stapelen zich op) 29.Ta4 Tb4 30.Ta3 (De beslissende fout. De rest is een bloedbad:) Ld4+ 31.Kh1 Te8 32.Ld3 Txe1+ 33.Lxe1 De6 34.Dd1 Txb2 35.Pe2 Pe3 36.Dc1 Dg4 37.Pg3 Txg2 0-1

Een onverwachte domper op de door mijzelf toegedichte kampioenskansen. Die kansen werden er vervolgens niet groter op door de loting voor de vijfde ronde: met zwart tegen tweevoudig PK-winnaar en verdedigend kampioen FM Oscar van Veen. Het werd een technische partij

Wit: Oscar van Veen
Zwart: Rick Ensering


Stelling na 29 Lxd5

Tot dusver heb ik wonderwel weten te overleven (ondanks een opening die ik voor het eerst met zwart tegen kreeg)en een vrijwel gelijk eindspel bereikt. In de diagramstelling besloot ik beide torens in het spel te houden, vanuit het vage besef dat de remisekansen in dat soort eindspelen groter zijn (Ja, het wordt nu echt tijd om het al tijden terug aangeschafte Fundamental Chess Endings van Karsten Muller eens serieus te gaan bestuderen. Anders wordt het nooit wat met die eindspelen). Maar hier is dat niet het geval. Het slaan met de toren verdient de voorkeur en wit lijkt dan geen serieuze winstkansen te hebben. In de partij maakt Oscar het instructief af:

29...exd5 30.Ted4 Ke6 31.Te1+ Kf6 (ook niet zo handig om de koning af te laten sluiten. Beter: Kd6) 32.Tf4+ Kg5 33.Td4 Kf6 34.Kd2 Tfc8 35.f4 T8c6 36.Te5 Td6 37.g3 a5 38.b4 axb4 39.axb4 Tc7 40.Texd5 Txd5 41.Txd5 Tb7 42.Te5 Kg7 43.c4 bxc4 44.Kc3 f6 45.Te4 Kf7 46.Kxc4 Tc7+ 47.Kd5 Tc3 48.g4 Tg3 49.b5 Txg4 50.b6 Th4 51.b7 Th8 52.Tc4 Tb8 53.Tc7+ 1-0

Ok, ok. Die laatste nul was ingecalculeerd en met 3 uit 5 behoort een fraai eindresultaat behoort nog steeds tot de mogelijkheden. Tegen de levende legende Jaap Staal, inmiddels 77 jaar (een jaartje jonger maar dan Kortsjnoj), en destijds lid van het(landelijke) kampioensteam van Charlois Europoort besloot ik er nog eens goed voor te gaan zitten in de zesde en voorlaatste ronde.

Wit: Rick Ensering
Zwart: Jaap Staal


Stelling na 18...Lxh3

Voor de eerste 18 zetten had ik al flink wat tijd gebruikt. Dus ik dacht: nu eerst snel wat goede zetjes doen om niet al te grote tijdnood te komen. Die tijd had ik hier beter wel eventjes kunnen pakken!
Wit heeft hier groot voordeel en met het simpele 19 Lf3, Df5 gevolgd door g4 win ik materiaal waar zwart onvoldoende tegenkansen voor zou krijgen. In plaats daarvan speel ik het rampzalige: 19.Pxc6?? (Zoals gezegd: 19.Lf3 Df5 (Lg4 of Pg4 gaat niet vanwege de zwakte van de onderste rij) 20.g4 Pxg4 21.Pxg4 Txe3 22.Pxe3 Dg5+ 23.Pg2 is super voor wit) 19...Lxg2! 20.Kxg2 Pg4! (uiteraard: zwart ziet zijn kans schoon. Het is meteen compleet uit) 21.Th1 (erg, erg slecht. Ik geloofde er al niet meer in. Pf3 zou de partij nog iets langer kunnen rekken)21...Pxe3+ 22.fxe3 De2+ (deze zet zag ik niet eens aankomen) 23.Kh3 Te6! en snel mat 0-1.

Triest, maar aan de andere kant bemoedigend om in de praktijk bevestigd te zien dat het mogelijk is om zoals Jaap Staal ook op 77-jarige leeftijd prima schaak te kunnen laten zien en scherp te kunnen blijven combineren. Maar dat was een schrale troost bij een toernooi wat zo mooi was begonnen, maar voor mij inmiddels pathetische vormen begon aan te nemen.
Om het toernooi in stijl te beeindigen, werd ik in de slotronde met zwart ingedeeld tegen de sterke Nathanael Spaan van RSR Ivoren Toren. Het werd een draak van een partij:

Stelling na 17 Lc1...

Het schijnt dat zwart hier in deze min of meer gelijkwaardige stelling het beste kort kan rokeren, of in ieder geval de koning in het midden kan houden. Ik besloot hier gewoon lang te rokeren. Dat bleek niet correct. De witte aanval is al gauw niet meer te stuiten. In de laatste ronde bemerkte ik wat ongeduldigheid bij mezelf. Laat het maar afgelopen zijn dacht ik en deed snel nog een zetje. Tegen Spaan kun je je dat niet permitteren:

17...0-0-0 18.a3 Pd7 19.Le3 a5 20.axb4 cxb4 21.c5 Pxc5 22.Tc1 Kb8 23.Pxe5 Lxe5 24.Txc5 Dd6 25.Lc4 f6 26.Txa5 Ld4 27.Ld5 Dc7 28.Tb5 Txd5 29.exd5 Te8 30.d6 (Spaan was in hevige tijdnood, maar dit ontging hem niet) Dc6 31.d7 Dxd7 32.Lf4+ Te5 33.Lxe5+ fxe5 34.Txe5 Dc6 35.Te8+ Ka7 36.Te6 Dc5 37.Ta1+ Kb8 38.Te8+ 1-0

Dat was het dan. Met 3 uit 7 toch een halfje minder dan vorig jaar. De slotreeks van vier nullen is natuurlijk slecht, maar niet rampzalig. Het kan gebeuren en ik begin het nieuwe seizoen gewoon weer met frisse moed.

In het slotverslag van dit PK maakt de reporter, niet toevallig dezelfde geëxalteerde malloot die eerder de tweede ronde voor zijn rekening nam het nog bonter. Hij heeft het over mij als een Loek van Wely look-alike en verder dat ik het na het incasseren van mijn vier nullen op rij enige maanden psychiatrische bijstand zou behoeven. Ik vind het bizar dat ik dit zomaar op de officiële site van de RSB tegen kan komen. Dat zou niet mogen kunnen.
Wanneer ik aan een schaaktoernooi deelneem en voor mijn plezier meespeel, zoals dit PK waar ik graag aan meedoe, wens ik achteraf niet dit soort bullshit over mijzelf te lezen. Dat is NOT DONE, Damhuis. Schaken op amateur-niveau moet leuk blijven, en de stukjes daarover niet ten koste gaan van...
Voor de overige verslagen van John Dessens, Jason Zondag en vooral Carel Vredenborg: uiteraard niets dan lof. Zo hoort het en zo is het leuk.

En volgend doe ik uiteraard gewoon weer mee. Een verbetering van mijn resultaat van dit jaar moet er toch minimaal inzitten...

Rick

maandag 24 augustus 2009

Tumultueus Stukkenjagers weekendtoernooi

Tweeledige doelstelling dit jaar.

1. Voorbereiding komende seizoen;
2. Marco voorbijstreven qua rating.

Tja tumultueus is best een lastig woord en kan beter vervangen worden door Timo de kneus toernooi.
op deze link zijn mijn tegenstanders te zien.

Al te veel wil ik er niet over kwijt;

Ronde 1:
een kompleet overwicht met wit, verzandt in potremise stelling, waarbij mijn koning plots FC Knudde talenten gaat imiteren. Hij gaat à la Jaap achter de vijandelijk pionnen staan en komt dus te laat op de terugspeelbal van Dirk :)

Ronde 2:

Een uiterst beroerde Grunfeld met zwart.

Ronde 3:
De witspeler gaat hier niet in op al mijn pionoffers met zwart in een Scandinaviër, uit frustatie rokeer in lang, de slotstelling is echter nog meer frusterend :(


Ik neem het de hoofdredactie (lees Rick) niet kwalijk als hier censuur wordt gehanteerd, ik zou de stelling niet plaatsen

Oh jeeh, tussendoor helemaal mijn bye vergeten te melden :)

Dus een ½ uit 4 op zaterdagavond

Ronde 5:


Tja redelijk talent uit Roosendaal, ga voortvarend te werk en kom prima te staan. Altans dat dacht ik zelf, met twee posionele pionoffers open ik de h-lijn en de diagonaal c1-h6.
Zwart speelde Kf7? en de onderstaande stelling kwam op het bord

Stelling na Kf7

Tja das vragen om problemen.
26. Th7 Dxh7 27. Pg5+ moet voldoende zijn toch? Kg7 28. Pxh7 Kxh7 29. Th1+ Kg7 zo nu even de tijd nemen om een krukzet te vinden 30. Ph5+? (Pe6+ paarschijnoffer is meteen uit, dit noemt men het Rietveld +9 syndroom) Kf7 31. Dh6

Stelling na 31. Dh6

Nog steeds uit lijkt me
31. .. P7e6 32. g4 Th8 33. De3 f4 34. Df3 Tad8 35. g5 haha Pd3+ 36. Kc2 Pxg5 37. Dg4 Tdg8 38. Df5+ Ke8 39. Pg7+ Kd8

Stelling na 39...Kd8

Zo moet wel weer voldoende zijn :)
Geloof het of geloof het niet,weldra staat de stelling -14!!!! Ja u leest het goed minus veertien, als volgt:

40. Txh8 Txh8 41. Dxg5 van geen kwaad bewust, zwart heeft hooguit wat schaakjes en als hij geluk heeft eeuwig schaak, dat is helaas buiten de waard gerekend. 41. .. Th1+
42 Kc2 en nu speelde mijn tegenstander inderdaad op eeuwig schaak, m.a.w. het is remise geworden maar 42. .. Pe1+ is helemaal uit, terug naar de onderste rij is aftrekschaak met dameverlies en Kd2 wordt gevorkt, hmmm.

Tja ronde 6


Ik durf niet zo goed meer er nog wat melden, ditmaal kwam ik tegen een andere Roosendaalse jeugdige speler niet verder dan + 2,7 maar nam remise door herhaling van zetten, misschien als ik van de week nog zin heb dat ik nog de winnende stelling uit deze partij laar zien.

Pffffff valse start en twintig punten op Marco verloren.

Leo