dinsdag 7 januari 2014

De malaise duurt voort ...

Het 3-5 thuisverlies tegen HCM Calder was een nieuwe tegenvaller voor Rokado. Een paar uur nadat de klokken waren aangezet zag het er nog naar uit dat Rokado  de punten dit keer in eigen kerk zou houden, maar helaas kwam de klad er daarna in.  Hans wist zijn tegenstander weliswaar te verschalken, maar Leo liet de winst glippen na een knappe afleidingsmanoeuvre van zijn tegenstandster: remise.


Vervolgens blunderde Marco zijn naar een gelijke stand gevochten stelling weg, kwam Han moeilijk te staan na een kleine misgreep in een stelling die in evenwicht leek, zag de tot nu toe onverslaanbare maar dit keer wat vermoeid ogende Ben (hij had voorafgaande de partij de nodige tegenslagslag gehad met zijn auto en kon zich blijkbaar niet helemaal focussen op zijn partij) door de bomen het bos niet meer en raakte Rick zijn initiatief kwijt om plotsklaps in een verloren eindspel te belanden.



Zo was het 1½-4½ ipv een verwachte  4-2 uit deze partijen.
De rest was dus niet belangrijk meer, maar wel vermeldenswaardig.



Wilbert speelde een goede partij veroverde een toren tegen paard en pion, won de pion geforceerd terug vanwege de overmacht door die kwaliteit en gaf zijn opponent geen enkele kans meer, 2½-4½ met nog één partij te gaan. Sander had vanuit een gelijkstaande stelling langzaam maar zeker wat voordeel opgebouwd, kreeg een toreneindspel met een pluspion, moest die pluspion geven maar kreeg kans op een nieuwe pluspion. Het werd remise.

Op een aantal partijen wil ik graag terugkomen, maar ik heb nog niet alles kunnen analyseren, ik begin dus vast met de eerste twee uitslagen en de rest komt er later gewoon achteraan, mits een korte analyse de moeite waard is uiteraard.  Even geduld dus nog.
Hans, zittend aan bord 7 achter de zwarte stukken,  offerde op de de 16e zet een stuk voor een koningsaanval. De nog op e1 staande witte koning van zijn opponent ondernam vervolgens een moeizame voettocht en dacht uiteindelijk een veilige beschutting op b1 te hebben gevonden, achter zijn op c1 geposteerde toren. Het was een extreem lange of langdurige rokade zeg maar. Na de 28e zet van zwart noteerden we de volgende stelling:


Wit stond op dat moment zeker niet minder, maar na zijn dubieuze 29. Dd3? (Eerst bijvoorbeeld Tg1 en de dreiging .... Lc4 wordt ontkracht) kon zwart het heft in handen nemen door zelf kort te rokeren, 29. .... 0-0 dus.
De partij is hier echt aan 't kantelen, want  het ging nu snel bergafwaarts met wit en zijn volgende zet doet bijna pijn aan de ogen, 30. b4?  
Hans kwam natuurlijk steeds meer in zijn element en zijn 30. ... Da7 was ruim voldoende om zijn voordeel te vergroten, hoewel ... Ta4 objectief gezien sterker is.
De keuze van Hans bleek echter gerechtvaardigd, want hij schaakte nu eenmaal niet tegen een computer en het zwakke antwoord 31. Kb2?? verdient het eigenlijk niet om een 'zet' genoemd te worden, behalve als je bedoelt dat je je eigen koning een zet geeft richting de afgrond of zo, dat is technisch gezien natuurlijk ook een zet.
Na 31. .... Lc4 was het helemaal uit en verdedigde wit iets wat moeilijk een stelling genoemd kan worden, maar toch zag hij kans om wat later, op het slechtste moment eigenlijk, dus toen alle zware zwarte stukken in slagorde op de a-lijn stonden, een geweldige bokkensprong met zijn paard te maken: deze op a3 vastgeroeste knol verliet dit veld om de pion op b5 te slaan, zodat zwart vrije doorgang naar a2 kreeg. Hans bracht Rokado dus op een 1-0 voorsprong en als de wedstrijd gestaakt zou zijn vanwege plotseling opkomende dichte mist hadden we, met goedvinden van de KNSB, onze eerste punten binnen gehad!



Een teleurstelling was het slot van de partij van Leo, hoewel hij een doorgaans heel sterke opponent had. Nadat Leo, spelend met wit aan bord 6, in de opening een pion geofferd had, vond zijn jeugdige tegenstandster  het ten onrechte nodig om een stuk te geven voor 2 pionnen. Qua materiaal stond het nu gelijk gelijk maar Leo had duidelijk positioneel voordeel, wat hij echter niet wist uit te bouwen.
Beide spelers wisselden vervolgens goede zetten af met kleine onnauwkeurigheidjes, totdat de zwartspeelster op zet 15 blunderde met de opstoot van haar e-pion. Leo wist zich met het verkregen voordeel echter geen raad en gaf op de 19e zet zijn inmiddels kolossale voordeel in één klap weg door 19. e6?, terwijl na logische voortzettingen als 19. La4 of 19.Lf4 de winst wellicht een kwestie van tijd zou hebben kunnen zijn. Beide spelers zaten blijkbaar niet geweldig in hun vel en durfden daarom niet meer voor de winst te spelen,  met een heuse kleinmeesterremise als gevolg.


Intussen was Marco aan bord 5 goed uit de verdrukking gekomen en was na de 24e zet van zwart de volgende stelling bereikt:

Wit speelde hier 25. Da2 en Marco wilde dit aanvankelijk met het logische 25. .... Dc4 beantwoorden. Had hij dat maar gedaan, want de engine geeft na zowel 26. Da3 als 26. Da1 ongeveer een halfje plus voor zwart, en dan gaan de berekeningen toch al gauw 25 zetten diep. In een vlaag van onterechte voorzichtigheidsverbijstering (verstandsverbijstering klinkt zo hard) zag Marco echter een spook opdoemen in de vorm van een kwaliteitsoffer op e7 en deed hij eerst nog gauw even 25. Td7?
Dat was dus net even teveel van het niet-goede, na 26. d5!  kwam zwart opnieuw in de verdrukking en tijdnood deed de rest, winst voor wit en een gelijke stand, 1½-1½.
Maar Marco had na 26. d5  niet hoeven te verliezen, omdat na 26. ... Db8 of 26. ... Dd8, in beide gevallen gevolgd door 27. Lf4  Tc5  28.Le3  Ta5  29. Ta4  Txa4  30. Dxa4 Tc7 (bij 26 ... Db8) en Dc8 (bij 26 .... Dd8)31. Db5 de stelling nog redelijk in evenwicht zou zijn geweest.
Wat betreft het kwaliteitsoffer nog even een simpele-laten-we-het meteen-maar-ff-uitvoeren-analyse (25. ... Dc4 dus):  26. Dxc4  Txc4  27. Txe7 Lxe7  28. Txe7  Ta4! en wit moet wat aan de matdreiging doen, zodat de pion op a6 valt, waarna zwart technisch gewonnen staat.


Wilbert speelde met zwart op bord 3 een positionele schuifpartij, waar aanvankelijk niet echt de vonken van afvlogen. Gedurende lange tijd bleef de stelling in evenwicht en na de 33e zet van zwart stond het alsvolgt:


Wit had hier voor het rustige Kd2 kunnen kiezen met volkomen gelijkspel, maar dacht waarschijnlijk iets in de trant van "die toren staat wat opgesloten en b4 is geen optie" en  speelde daarom moedig
34. Txd5!, een kwaliteitsoffer met veel potentie en kansrijker dan iedere rustige voortzetting. 
Na
34. .... exd5 
35. Pf4  Kf7 
36. Pxd5  Tb7 
37. c4  Tb8 had wit keurig zijn verkregen voordeeltje vastgehouden, maar beging met 
38. Kd2 een kleine onnauwkeurigheid (Kd3 had het lichte voordeel vastgehouden). 
Wilbert antwoordde met
38. .... The8 waardoor deze stelling bereikt werd:


Indien wit hier alsnog Kd3 gespeeld zou hebben, of bijvoorbeeld Tb1, dan was er niets aan de hand geweest, want zijn paard staat buitengewoon sterk, centraal opgesteld  en samen met de pluspion wordt de kwaliteitsachterstand daarom volledig gecompenseerd.
Waarschijnlijk zag hij allerlei torenverdubbelingsspoken opdoemen, maar na bv. 38. Kd3  Te4  39. Pc3 Te6/e7  40- Pd5 is moeilijk te zien hoe zwart verder komt.
Hoe dan ook, met wits volgende zet liet hij zien dat hij de stelling niet begreep, terwijl zwart dat overduidelijk wèl deed, want 
39. Te1? was een regelrechte blunder.
39. .... Txe1 Wilbert slaat het verlies-aanbod van zijn tegenstander natuurlijk niet af.
40. Kxe1  Te8+  onmiddellijk uiteraard!
41. Kd2  Te4 houdt de druk op de ketel, nu moet wit kiezen: of de pion op b6 nemen, of de e-pion verdedigen door Ke3. Beide zetten zijn echter niet voldoende voor remise, dus probeert wit wanhopig
42. Pe3?  f4  direct  42. .... Txd4+ had natuurlijk ook gekund, maar dit ziet er diepzinniger uit.
Er volgde nog
43. gxf4  Txd4+ 
44. Ke2  Txf4 
45. b3  Tf3 
en Wilbert kon het volle punt noteren, waarmee de stand met 2½ - 4½ wat draaglijker werd voor Rokado.







De eindstand 3 - 5 kwam in de boeken nadat Sander zijn winstpogingen moest staken vanwege correct tegenspel, het is in elk geval een vechtremise geworden!

Leo van Rhijn