dinsdag 27 mei 2008

Pieter Sturm wint Watertorentoernooi 2008

Het zag er eerder die avond nog bijzonder somber voor Pieter Sturm uit toen hij in zijn zevende en laatste partij van het Watertorentoernooi tegen clubgenoot Joop van ’t Hoenderdaal, met wit nog wel, in grote problemen was gekomen en zonder enige vorm van compensatie een kwal moest inleveren. Met een paar handige manoeuvres slaagde hij er iets later in tijdnood toch in het naderende onheil af te wenden, en ternauwernood te ontsnappen met een bevrijdende remise die Sturm ongetwijfeld als een overwinning ervaren moet hebben. De remise was meteen ook goed voor de verdiende en ongedeelde toernooiwinst van het Watertorentoernooi met 6 uit 7. Een bekroning van een uitstekend gespeeld toernooi met een prachtige score!

Toernooileider en Erasmus-voorzitter Ron Ansem overhandigt Pieter Sturm de eerste prijs

Plaatsen twee tot en met vier werden gedeeld door Andrzej Pietrow, Sjoerd Hubregtse en mijzelf, allen met een score van 5.5 uit 7. De twee resterende geldprijzen (van de drie voor de hoogst geƫindigden) kwamen echter bij Pietrow en mij terecht, op basis van het aantal weerstandspunten. Hubregtse bleef ondanks zijn 5.5 punt dus met lege handen achter, en stond er tijdens de prijsuitreiking begrijpelijk wat beteuterd bij. Het kwam wat onrechtvaardig over, deze schijnbaar arbitraire beslissing van de organisatie om de prijzen niet gewoon te verdelen over alle spelers met hetzelfde aantal punten in de eindstand.
Voor het overige geen kwaad woord over de organisatie, met name toernooileider Ron Ansem verdient een compliment voor de prima organisatie en de geruisloze manier waarop hij dit relaxte toernooi zonder wanklanken naar het einde heeft geloodst. Aan de andere kant moet ik ook zeggen dat dit toernooi nou niet het meest dynamische was wat je je kunt voorstellen: de gemiddelde leeftijd van de uitsluitend uit mannen bestaande deelnemers moet zo ergens tussen de vijftig en zestig gelegen hebben, ietsjes dichter bij de vijfig dan de zestig vermoedelijk weliswaar, en niets ten nadele van de oudjes hoor, maar toch...

Ik kan zelf ook terugkijken op een geslaagd toernooi. Ongeslagen gebleven, een score van 5.5 uit 7 en tegen de vier KNSB-spelers die ik tegenover me kreeg (Spaan, Sturm, Verhoeven en Pietrow) behaalde ik een score van 3 uit 4. De partij tegen Van Houten in de vijfde ronde had ik gewoon moeten verliezen, dus over mijn slotscore van 5.5 kan ik alleen maar tevreden zijn.

Ik pak de draad van mijn vorige partijen uit dit toernooi op met de zesde ronde, waarin ik speelde tegen Leo Verhoeven, lid van de organiserende vereniging Erasmus. Met wit kreeg ik al vrij snel een overweldigende stelling. Het is typisch zo’n stelling die wanneer je hem in een schaakrubriek tegenkomt, de oplossing ervan ook meteen ziet, simpelweg omdat je weet dat er iets in moet zitten. In de onderstaande stelling zat er dus ook zoiets in, ik was er alleen niet naar op zoek, dus ik zag het niet:

Wit: Rick Ensering
Zwart: Leo Verhoeven (1992)
Watertorentoernooi, 6e ronde, 19 mei 2008


Wit speelt en wit.

24.Dh6?? Niet deze dus. Hoe verzin je het trouwens. Dit is zoiets als het missen van een kans voor open doel. Txg7 is mat in max. 5. Leo Verhoeven had het dus wel gezien, en na afloop wees hij me direct fijntjes op deze gemiste kans. 24...Txd1+ 25.Lxd1 De7 26.f3 Pd2+ 27.Ka1 Df6 28.Df4 Tc8 29.Le2 Tc5? Deze tweede kans op groot voordeel kan ik onmogelijk laten liggen...Verhoeven was inmiddels in zware tijdnood terecht gekomen (29...Tc2 30.Ld3 Pxf3 31.Lxc2 Pxg1 verdiende de voorkeur) 30.Pd7 De7 31.Pxc5 Dxc5 32.Db8+ Dc8 33.Dxc8+ 1-0

In de slotronde nam de Poolse reus Pietrow plaats tegenover mij. Als lid van het organiserende Erasmus had hij uiteraard het voorspelbare voorrecht om met de witte stukken tegen mij te mogen spelen. Ik had niet anders verwacht, dus het was geen echte verrassing voor mij en maakte de voorbereiding er eigenlijk alleen maar eenvoudiger op. Pietrow is namelijk iemand die al jarenlang vasthoudt aan zijn eigen huisvariantjes en daarbij de confrontatie niet uit de weg gaat, op zoek als hij is naar verbeteringen van zijn openingen. Enkele jaren geleden had hij met wit een bijzonder aardige partij gespeeld tegen de Letse grootmeester Viesturs Meijers (2510) tijdens het Noteboomtoernooi in Leiden. In die partij had hij het Siciliaans op de zijn typerende manier bestreden en Meijers prima verweer geboden, maar verloor uiteindelijk in het eindspel. Met hulp van van mijn secondant Fritz 11 had ik die partij grondig bekeken, en wat verbeterpuntjes gevonden. Ik was dus er dus klaar voor.
Helaas week Pietrow al vroeg af van de genoemde partij ... op de vijfde zet om precies te zijn. Mijn voorbereiding was ineens irrelevant geworden.

Wit: Andrzej Pietrow (2086)
Zwart: Rick Ensering
Watertorentoernooi, 7e ronde, 26 mei 2008


1.e4 c5 2.g3 e6 3.Lg2 Pc6 4.Pe2 a6 5.d4
(In bovengenoemde partij volgde: 5.0-0 Dc7 6.d3 Pf6 7.c4 b6 8.Pbc3 Lb7 9.Te1 Le7 10.Pf4 h5 11.Pfd5!? exd5 12.exd5 Pe5 13.d6 Lxd6 14.Lxb7 Dxb7 15.f4 Pfg4 16.fxe5 Lxe5 17.Lf4 f6 18.Lxe5 Pxe5 met interessant spel) cxd4 6.Pxd4 Pf6 7.0-0 Dc7 8.c4 Le7 9.Pc3 d6 10.Pxc6 bxc6 11.b3 e5 12.Lg5 0-0 13.Tc1 Le6 14.Lxf6 Lxf6

Stelling na 14...Lxf6

15.Pd5 Lxd5 16.cxd5 c5 17.Tc4 ( 17.b4 was de enige mogelijkheid nog om op winst te spelen. Wat nu resteert is het bekende soort betonschaak waaraan niet meer eer dan remise valt te behalen.) 17...Tfb8 18.Dd2 a5 19.Tfc1 Dd8 20.Ta4 Tb4 (hier geeft Fritz 20...Lg5 met een zwart voordeeltje: 21.f4 Lf6 22.Tcc4 exf4 23.gxf4 Ld4+ 24.Kh1 Df6) 21.Tc4 Tab8 22.Dd3 Txa4 23.Txa4 Tb4 24.Txb4 axb4 25.Da6 Lg5 26.Lh3 g6 en met een hoofdknikje maakte Pietrow duidelijk dat de partij afgelopen was: remise.

Remise dus met Pietrow en tevens het einde van een geslaagd Watertorentoernooi!

Hier vind je de eindstand van het toernoooi op de website van SV Erasmus

Rick

Geen opmerkingen: