De topper tegen Spijkenisse 2 is gisteravond met opvallend duidelijke cijfers in Rokado’s voordeel beslecht: 2.5-5.5. Door dit resultaat nemen we nu een riante ongedeelde koppositie in en behouden we meer dan uitstekende perspectieven op promotie naar de KNSB. Te meer nog omdat er dit jaar twee promotieplaatsen beschikbaar zijn en het verleden heeft geleerd dat lang niet altijd alle ploegen van hun promotie-recht gebruik willen maken.
Maar zover is het uiteraard nog lang niet. Eerst terug naar de wedstrijd:
Hans kreeg met wit precies op het bord wat hij voorbereid had tegen Desiree Hamelink (2244 - nr. 8 van Nederland bij de vrouwen op de meest recente ratinglijst). Toen Desiree zich bezondigde aan een omineuze opmars van de f-pion en op zoek ging naar een vorm van tegenspel, werden de zwaktes in het zwarte kamp vrijwel onverdedigbaar. Hans kon het punt vervolgens snel binnenhalen.
Leo was zoals gebruikelijk furieus uit de startblokken gekomen tegen RSB-wedstrijdleider Sander de Groot (1901) en had de druk op de zwarte stelling dermate opgevoerd dat Sander de fout inging en de stelling niet meer te houden was voor zwart. Middels het opmerkelijke Pf3 won Leo de zwarte dame en de partij.
ingekomen commentaar van Leo:
Onderweg in de auto van Breda naar Spijkenisse hadden we nog even snel de teamopstelling omgegooid, Theo van 7 naar 6 en ik van 6 naar 7. Daar kwam ik tegenover Sander de Groot te zitten, een van de twee spelers met nog 100% score dit seizoen. Door de ruil achtten de kans dat ik tegenover een voorbereide speler kwam te zitten wat kleiner en gezien het partij verloop denk ik ook wel dat dat klopt.
Duidelijk wat zwarts plannen zijn, het centrum aanpakken met c5 9.0–0 e6 10.Qe1!? er zitten goede punten aan deze zet, en een minder goed punt, de loper van d3 staat nu niet meer verdedigd. 10...c5 11.c3 Qb6 12.a4 Be7 13.Qh4 Nd5 deze zet had ik wel een beetje verwacht, ik had er toch iets meer tijd voor uit moeten trekken. 14.Bg5?! niet de beste zet, dat was hoe dan ook het tussenzetje a4-a5 geweest, de dame moet van de b-lijn. 14...f6? het idee is duidelijk, het verzwakt echter te veel, het kleine diagonaaltje h5-e8 ligt open [14...Qxb2!? waarop een leuke fritz variant zou zijn 15.Bb5 Ne3 16.Qg3 Bxg5 17.Nxg5 Nxf1 18.Rxf1
en niet zwart maar wit staat beter] 15.Qh5+ een inkopper 15...Kd8 tja het is gelijk gedaan met de luxe 16.Bd2 Kc7 krampachtige poging om torens te verbinden en dan erna de koning op b8 te plaatsen, het zal er niet van komen [16...cxd4 dit had zwart kunnen proberen volgens fritz, maar je ziet de open c-lijn al aankomen, laat maar zitten denk je dan, zo ook Sander 17.a5 (17.cxd4 Ne5!? 18.Nxe5 Qxd4+ 19.Kh1 Qxe5 20.Qh3) 17...Qb3 deze moet je ook nog zien dan 18.a6 b6 19.Nxd4 Bc5 (19...Qxb2? 20.Nxe6+ Kc8 21.Qxd5 en snel mat) 20.Be3 Bxd4 21.Bxd4 e5 22.Rad1!! exd4 23.Be4 g6 24.Bxd5 gxh5 25.Bxb3+-] 17.b4!? cxd4 [17...cxb4 is beter 18.a5 Qd6 19.cxb4 Rac8 20.a6 g6 21.Rfc1+ Kb8 22.Rxc8+ Kxc8 zowaar speelbaar] 18.a5 Qd6 19.Nxd4 laat die open c-lijn maar zitten 19...Qe5? snel gespeeld maar niet goed [19...a6 enige zet 20.Qh3 Nf8 21.Rfe1 en wit staat flink beter] 20.Qf7 Bd6 21.Nf3
tsjop dame gevangen 21...Raf8 22.Nxe5 1–0
Tegen Wilmar Meijer (1970) kwam ik zelf in de verdrukking. Vrijwel alle stukken stonden na de opening nog op het bord, waarbij ik in een soort egelstelling mijn stukken vooral op de onderste rijen manoeuvreerde, wachtend op een tegenkans. Wilmar pakte een pion op de damevleugel en ging op zoek naar groter wild. Toen hij op een gegeven moment echter Td4 speelde (zie diagram) zat er gelukkig voor mij een aardige truc in, die ik pas na een paar minuten denken in de gaten kreeg:
Wilmar Meijer - Rick, stelling na 21 Td4
Het antwoord op 21 Td4,...leverde me een kwaliteit op en luttele zetten later dus ook de partij. Met wit zou ik zelf nog heel lang doorgespeeld hebben omdat het nog lang niet duidelijk was (de engine Houdini geeft een plusje tussen de 1 en 2). Maar goed, ik zat er niet mee dat ik klaar was en aan de Palm kon.
Tussenstand: 0-3 voor Rokado en de wedstrijd in de tas zou je zeggen, maar zo simpel was het nog niet.
Peter had met zwart tegen Ivan Deceuninck (1768) zijn zaakjes aanvankelijk op orde. Maar met de overgang van het middenspel naar het eindspel met ongelijke lopers liep er toch iets verkeerd. Wit kwam met grof geweld met zijn torens in de zwarte stelling binnen en het was niet meer te houden voor Peter.
Theo speelde met zwart een keurige partij tegen Rob Kalkman (1928). De hele partij is gelijkmatig verlopen en lijkt het erop dat het evenwicht niet verbroken is geweest. Zwart had in een eindspel met toren en beiden een licht stuk de wat betere pionnenstructuur, maar voldoende voor winst was het niet.
Marco had met wit een licht openingsvoordeeltje verkregen tegen Ricardo Klepke (2003), kon vervolgens zonder veel risico op winst spelen maar vond toch niet een duidelijk plan: remise.
Frank speelde tegen Serge Deceuninck (1974) en ging direct op zoek naar de zwarte koning. Het leek er op of de partij zich ontwikkelde in het voordeel van zwart toen de zwarte koning inmiddels relatief veilig lang gerokeerd had en Frank ondertussen ook nog een kwaliteit had ingeboet. Waarschijnlijk heeft Serge het niet op zijn best gespeeld, want Frank kwam toch weer terug in de partij en kreeg gevaarlijke kansen. Bij zwarts laatste onnauwkeurigheid greep Frank zijn kans en offerde een toren op b7.
De stelling zag er bij benadering ongeveer zo uit (het gaat om het idee).
Na Txb7! was de partij was direct uit, hetgeen tot kennelijke frustratie leidde bij DeKeunink over onsportief gedrag bij Frank. Bizar. Frank is het toonbeeld van een gentleman en is de beleefdheid zelve. Nou ja, het valt ook niet mee om te verliezen als je meent recht te hebben op het volle punt. Laten we het daar maar op houden.
Aan bord twee maakte Rex met zwart in de laatste partij overuren tegen Bjorn Verstraate (1921) een complex middenspel, met een resulterend eindspel dat beter leek voor Rex. Bjorn bood remise aan omdat de wedstrijd als geheel inmiddels gespeeld was. Rex wilde het nog wel even proberen. Toen Rex even later een pion weggaf bood hij zelf slim remise aan dat sportief door Bjorn aanvaard werd.
Resultaat winst voor Rokado 5.5-2.5, een ongedeelde koppositie in de promotieklasse.
Eens even kijken. O ja, het volgende moet ik van Marco ook nog even vermelden:
Afgelopen week was er ook nog een bekerwedstrijd in en tegen Dordrecht, lijstaanvoerder in de eerste klasse.
(Dordrecht - Rokado, bekerwedstrijd 2 februari 2011. Foto van website SC Dordrecht, alwaar ook een verslag)
We wonnen met 3.5-0.5. Duidelijke cijfers die een realistische afspiegeling van de partijen vormden maar we hebben er wel hard voor moeten werken. Frank won van Victor Koppelaar (1865) met wit een eindspel waarbij wits ver opgerukte d-pion niet meer te houden was. Hans won met zwart van Jan Willem Versloot (1955)een zware partij waarbij hij wits dreigingen kon neutraliseren en zijn materiaal voordeel kon gaan realiseren. Ik speelde met zwart remise tegen Ben Sitton (1844). Wit speelde een soort betonschaak waar ik doorgaans niet zo veel raad mee weet: remise. Marco tenslotte maakte gehakt van voormalig Springend Peert lid Andre Karbaat (1868) (het was trouwens ook leuk om Ger Zwartjes die vroeger ook lid is geweest van Springend Peert weer eens te zien)met elke zet werd wits voordeel vergroot en op den duur had Marco zo’n enorm overwicht dat zwart gewoon geen zetten meer had. Dat deed hij dan ook nauwelijks meer, en met een paar seconden op de klok die nog resteerden erkende Karbaat zijn nederlaag. In de volgende ronde, de halve finale dus van de RSB-beker, wacht ons het sterke IJsselmonde.
Rick
Geen opmerkingen:
Een reactie posten